Doe voor het deeg de gist en het zout bij de bloem en roer door. Voeg het ei, de boter, de suiker en de melk toe en kneed in ca. 10 minuten tot een soepel deeg. Leg het deeg in een met olie ingevette kom, dek af met folie en laat ca. 60 minuten rijzen op een warme plek.
Doe voor de MonChoucrème de boter in de kom van een keukenmachine en klop een paar minuten luchtig op hoge stand. Voeg de zachte roomkaas, de poedersuiker, het citroenrasp en het vanille-extract toe en klop tot een glanzende crème. Houd apart tot verder gebruik.
Meng voor de vulling de zachte boter, de kaneel en de suiker goed door elkaar.
Haal het deeg uit de kom, kneed nog een beetje door met je handen en rol het deeg uit tot een lange rechthoekige lap van ongeveer 50x30 cm. Bestrijk het deeg met het kaneelmengsel. Rol het deeg stevig op vanaf de lange kant, zodat je een rol krijgt van ca. 50 cm lang. Snijd de rol in plakken van ongeveer 2,5 cm en plaats ze rechtop in een met boter ingevette ovenschaal dicht tegen elkaar aan. Laat de broodjes op een warme plek nogmaals ca. 30 minuten rijzen, zonder folie.
Verwarm de oven voor (elektrisch: 200° / hetelucht: 180°C). Bak de broodjes in het midden van de oven in 20-25 minuten gaar en goudbruin. Haal ze uit de oven, laat iets afkoelen en serveer de kaneelbroodjes met een flinke lik van de MonChoucrème.