Leg de blaadjes gelatine in koud water om te weken. Bekleed de bodem van een springvorm met bakpapier.

Maak de aardbeien schoon. Pureer ze met een staafmixer. Houd 5 à 6 kleine aardbeien achter om de taart straks mee af te werken. Roer de gepureerde aardbeien samen met de honing door de kwark. Laat het kwarkmengsel op het aanrecht staan, zodat het iets warmer wordt.

Smelt de boter in een steelpan. Verkruimel de biscuits in een keukenmachine of blender. Voeg de verkruimelde biscuits toe aan de gesmolten boter en roer dit tot een gelijkmatige massa. Stort het biscuitmengsel op de bodem van de beklede springvorm. Verdeel het gelijkmatig en druk voorzichtig aan met de bolle kant van een eetlepel. Zet de springvorm voor minimaal 10 minuten in de koelkast.

Pers de sinaasappel. Heb je minder dan 60 à 70 milliliter sinaasappelsap? Vul dan aan met water tot je ongeveer 60 à 70 milliliter vocht hebt. Verwarm het sinaasappelsap op laag vuur. Zorg dat het niet gaat koken. Knijp het vocht uit de gelatineblaadjes en voeg ze één voor één toe aan het warme sinaasappelsap. Roer het mengsel steeds even goed door, voordat je een nieuw gelatineblaadje toevoegt. Zet het vuur uit wanneer alle gelatineblaadjes volledig zijn opgelost. Laat het mengsel even afkoelen.

Voeg het gelatinemengsel toe aan de kwark en roer direct goed door. Stort het kwarkmengsel op de biscuitbodem.

Laat de taart minimaal 2 uur opstijven in de koelkast. Werk de taart af met aardbeien en een blaadje munt.