Verwarm de oven voor op 200°C.
Schil de appels, haal het klokhuis eruit en snijd ze in blokjes. Schil ook de sinaasappels en snijd de partjes tussen de vliezen uit. Snijd de partjes in stukjes.
Meng in de ovenschaal al het fruit goed met 40 g suiker.
Kneed in de keukenmachine of met de mixer de bloem, het bakpoeder, de boter en de resterende 35 g suiker tot fijne deegkruimels. Voeg de slagroom toe en klop tot een dik, schepbaar beslag.
Schep met een natte ijsbolletjestang (of gebruik 2 lepels) 7 dotten beslag op het fruit; houd onderling een ruime afstand want het beslag vloeit nog uit.
Bak de cobbler in de oven in 25-35 min., tot het fruit bubbelt en de deegdotten goudbruin en gaar zijn.
Laat intussen op kamertemperatuur het ijs smelten tot vanillesaus. Roer de amaretto erdoor.
Bestrooi de cobbler met poedersuiker en serveer warm met de amaretto-vanillesaus.