Kneed met de deeghaken van een handmixer de bloem, het hazelnootmeel, 100 g suiker, de boter in kleine stukjes en het ei tot een glad deeg. Wikkel het deeg in vershoudfolie en leg ca. 30 minuten in de koelkast.
Roer het custardpoeder, 100 g suiker en 100 ml melk glad. Breng 650 ml melk in een pan aan de kook. Roer het custardmengsel erdoorheen, breng opnieuw aan de kook en laat ca. 1 minuut zachtjes koken. Doe de custard in een kom, leg een vel vershoudfolie direct op het oppervlak en laat afkoelen.
Was de appels, snijd ze in kwarten en verwijder het klokhuis. Snijd de appels in dunne partjes en besprenkel met het citroensap.
Verwarm de oven voor (elektrisch: 200°C /hetelucht: 180°C). Rol het deeg op een met bloem bestoven werkblad rond (ca. 32 cm Ø) uit. Leg de deeglap in een ingevette quichevorm met uitneembare bodem (ca. 28 cm Ø) en druk tegen de randjes omhoog. Prik de bodem meermaals in met een vork. Leg een vel bakpapier in de bodem en vul met blindbakbonen. Bak de bodem onder in de oven 18-20 minuten voor.
Roer de custard glad en roer de vanillesuiker, de kwark en de rozijnen erdoorheen. Neem de bodem uit de oven en verwijder het bakpapier met de blindbakbonen voorzichtig. Verdeel de custard over de bodem en strijk glad. Beleg waaiervormig met de appelpartjes. Bak op dezelfde temperatuur in nog ca. 35 minuten gaar in de oven.
Verwarm de jam al roerend. Neem de taart uit de oven en bestrijk de appel met de warme jam. Laat de taart in de vorm helemaal afkoelen en neem uit de vorm. Hak de hazelnoten grof. Bestrooi de rand van de taart met de hazelnoten en de poedersuiker.