Schil de aardappels en snijd ze in grove stukken. Doe ze in een pan en schenk er water bij tot de aardappels net onderstaan. Voeg wat zout toe en kook ze in 15-20 minuten gaar. Giet af en laat 1-2 minuten met het deksel op de pan droogstomen.
Was intussen de citroen. Rasp de schil van de citroen en pers het sap uit. Rooster de pijnboompitten in een droge koekenpan goudbruin. Houd apart.
Snijd de courgette in blokjes en halveer de cherrytomaatjes. Verhit een scheutje olijfolie in een koekenpan en bak de courgetteblokjes in ca. 4 minuten goudbruin. Bak de laatste ca. 2 minuten de cherrytomaatjes mee. Bestrooi met zout en peper. Haal de pan van het vuur en laat het mengsel enkele minuten afkoelen.
Stamp de gekookte aardappelen met een pureestamper tot een smeuïge puree met de roomkaas, citroenrasp en -sap. Breng verder op smaak met zout en peper. Meng de rucola, de courgette, de tomaatjes en de verkruimelde feta voorzichtig door de puree. Serveer de stamppot met de pijnboompitten en basilicumblaadjes.