Verwarm de oven voor op 180 °C. Bekleed een bakplaat met bakpapier.
Begin met de biscuits. Gebruik een standmixer met de platte menghaak om de bloem, het bakpoeder, de suiker, het zout en de boter op lage snelheid te mixen tot een goed gemengd en zanderig geheel. Voeg de slagroom toe en meng tot alles opgenomen is. Leg het deeg voorzichtig op een licht met bloem bestoven werkblad en rol het uit tot een dikte van 2½ cm.
Steek er vier rondjes van 9 cm uit met een met bloem bestoven koekjesvorm. Voeg, indien nodig, de restjes deeg voorzichtig samen om nog een deegrondje te kunnen maken. Leg de biscuits op de bakplaat en bak 20-25 minuten, tot ze gerezen en goudbruin zijn.
Verwarm de olijfolie in een grote koekenpan op halfhoog vuur. Bak het ontbijtspek in porties 2 minuten aan elke kant, totdat het goudbruin is. Leg op een bord en dek af om warm te houden.
Pocheer de eieren in een pan met licht borrelend water met een scheut azijn op halfhoog vuur tot ze zacht gepocheerd zijn (2½ minuut), laat ze dan uitlekken op keukenpapier.
Maak ondertussen de snelle hollandaise. Gebruik een staafmixer om de eidooiers, het citroensap en de azijn in een kleine steelpan te mengen tot de vloeistof licht ingedikt is (van het vuur af). Voeg, terwijl de staafmixer nog draait, geleidelijk de gesmolten boter toe tot de saus goed gebonden is, voeg de boter niet te snel toe. De saus moet iets minder dik zijn dan mayonaise. Houd warm op heel laag vuur tot het serveren.
Snijd voor het serveren de biscuits doormidden en leg op elk bord twee helften, met de gesneden kant naar boven. Leg op elke biscuithelft een plak ontbijtspek en een gepocheerd ei. Giet de hollandaisesaus erover en breng op smaak met zout en peper. Garneer met bieslook en een snuf cayenne peper en serveer.