Verwarm eerst de oven voor tot 180 °C hetelucht / 200 °C elektrisch. Bekleed twee bakplaten met bakpapier.
Doe vervolgens de venkelzaadjes, peterselie, bosui, knoflook, het zout en de peper in een grote mengkom. Verwijder het vel van de worstjes (dat kun je weggooien), voeg het vlees toe aan de mengkom en meng het met je handen door het kruidenspecerijenmengsel.
Was je handen en rol het bladerdeeg uit. Halveer het deeg in de lengte met een scherp mes, zodat je 2 lange rechthoeken krijgt. Leg elke rechthoek op de met bakpapier beklede bakplaat. Halveer het worstmengsel en verdeel het in een lange reep over het midden van elke rechthoek. (Je wilt dat de worst tot aan het einde van het deeg reikt, omdat hij tijdens het bakken in de oven ook nog ietsje krimpt.)
Klop het ei los in een kleine kom met een vork en bestrijk vervolgens, met je vingers of een bakkwastje, één kant van elke rechthoek met het ei. Vouw het deeg over de worst en druk met een vork de rand dicht zodat er een mooi patroon ontstaat. Bestrijk de bovenkant van elke rol met het resterende ei en strooi er maanzaad of paar extra venkelzaadjes over. Snijd beide rollen in 4 stukken zodat je in totaal 8 saucijzenbroodjes hebt.
Bak de broodjes 50 minuten tot 1 uur in de voorverwarmde oven of tot ze echt mooi goudbruin zijn. Laat ze 10 minuten afkoelen voordat je ze – nog lekker warm – opeet of laat ze volledig afkoelen. Je kunt er ook een salade met een frisse citroenige dressing bij serveren.
In een luchtdichte trommel blijven ze nog een dag goed voordat het deeg een beetje klef begint te worden.